In dit artikel vind je de kernprincipes van Google Analytics en Tag Manager. 3 punten komen aan bod:
Is dit voor jou gesneden koek, schakel dan over naar het artikel: Hoe richt ik Google Analytics in met omzetmeting?
Elk Google Analytics account bestaat uit één of meerdere property’s en dataweergaven (views).
Property: Zelf zie je dit misschien als een concreet eigendom, zoals een winkelpand. Voor Analytics is een property niet meer dan een bron die aan je trackingcode is gekoppeld. Heb je meerdere webshops, die allen een eigen URL hebben? Dan hoort bij iedere webshop een aparte Property. (Meer informatie)
Dataweergave: het niveau waarop je rapporten en analysetools kunt openen. (Meer informatie)
Elke property heeft een zogenaamd Tracking-ID. Deze vind je terug onder Property-instellingen in het Google Analytics beheer menu. In de volgende stap hierover meer.
Voor optimaal gebruik van Analytics wordt aanbevolen om (minstens) drie dataweergaven in te stellen per property. Drie voorbeelden zijn:
In de vorige stap las je al over het Tracking-ID gekoppeld aan de property. Deze ID is verwerkt in de Google Analytics Trackingcode. Om het Tracking-ID van jouw webshop te vinden, klik je binnen Google Analytics eerst links onderin op het tandwiel icoon ‘Beheerder’. Daarna vind je het ID onder Property-instellingen.
Een tracking ID start altijd met UA-. Gevolgd door een x aantal cijfers. Bijvoorbeeld UA-000000-2.
Heb je meerdere webshops? Dan heeft iedere webshop een eigen Tracking-ID, vaak UA-000000-1, UA-000000-2, etc. (Meer informatie)
Communiceer altijd jouw Tracking-ID(‘s) naar één van onze consultants. Vervolgens regelen wij dat de tracking code in de webshop komt te staan.
Logic4 hanteert de ‘gtag.js’ of ‘analytics.js’ tracking code. Hiermee kunnen betaalmethoden (bijv. iDEAL of Rabobank) als verkeersbron worden uitgesloten. Betaalmethoden zijn geen werkelijke bronnen waarop bezoekers binnenkomen. Direct verkeer, Google en Facebook zijn dit onder meer wel (Meer technische informatie).
Google Tag Manager (GTM) is een tagbeheersysteem. Dit roept echter vaak vragen op.
Zie Google Tag Manager als een ‘container’. Denk niet dat de Tag Manager alleen om Google gaat. Deze ‘container’ kan diverse andere tags bevatten. Denk bijvoorbeeld aan de Facebook Pixel en LinkedIn Insight Tag. Zonder ‘de container’ zijn tags vaak los verwerkt in code van websitepagina’s. Met ‘de container’ vervangt één Tag Manager-fragment (al) deze tags. Althans, mits de tags wel correct in het Tag Manager account, ‘de container’, zijn geconfigureerd.
In plaats van Tag Manager hanteert Logic4 als standaard ‘gtag.js’ of ‘analytics.js’ tracking codes met aanvullende Ecommerce en Event tracking. Aan Tag Manager kleeft het risico dat fouten en/of dubbele metingen ontstaan. Dit wanneer hier onprofessioneel mee wordt omgegaan. Zowel ‘gtag.js’, ‘analytics.js’ als Tag Manager voeren vergelijkbare functies uit (Meer informatie). Buiten de standaard om is het wel mogelijk om Tag Manager te gebruiken. Geef hiervoor het Container-ID (GTM-XXXXXX) van je account door aan onze servicedesk. De instelling voor GTM ondersteuning wordt vervolgens door ons geactiveerd.
LET OP: Zorg er zelf voor dat je Tag Manager account professioneel en correct is ingericht. Zo niet, dan bestaat het risico dat Google Analytics metingen incorrect zijn of volledig ontbreken.
Wil je Google Analytics tracking activeren voor jouw webshop? Neem dan contact op met afdeling servicedesk via help@logic4.nl.
In de basis weet je nu waar Google Analytics uit bestaat, hoe Logic4 om gaat met tracking codes en wat Google Tag Manager is. Het vervolgartikel Hoe richt ik Google Analytics in met omzetmeting? geeft antwoord op vier andere vragen: